In 1996 is een initiatiefgroep van boeren en burgers uit de Beemster ontstaan, het Beemster Collectief. Deze groep boeren en particulieren zag steeds meer boerenbedrijven verdwijnen want ook in de Beemster staat de landbouw onder druk.
Zo dicht bij de Randstad voelt men de invloed van de omgeving steeds indringender en tegelijkertijd brengen de producten op de wereldmarkt steeds minder op. Naar schatting zal dan ook een derde deel van de boerenbedrijven moeten stoppen.
Door de afkalving van het agrarisch perspectief wordt het karakter van de Beemster wezenlijk aangetast. De polder is historisch bedoeld voor agrarische activiteit en nadrukkelijk de tegenhanger van de stedelijke omgeving. De landbouw typeert het landschap van de Beemster en kent een grote diversiteit. Melkveehouderij, akkerbouw, fruitteelt maar ook bloembollenteelt maken de landbouw karakteristiek.
Omdat de groep ook in de toekomst kansen ziet voor een gevarieerde landbouw zo dicht bij de stad ging men ideeën ontwikkelen over plattelandsvernieuwing. In 1997- 1998 is er een draagvlakonderzoek uitgevoerd naar plattelandsvernieuwing in de Beemster. Uit het draagvlakonderzoek kwam naar voren dat er ca 40 agrariërs en burgers waren die ideeën hadden over plattelandsonwikkeling. Om deze ideeën te coördineren en te stimuleren is in 2000 de Stichting Plattelandsvernieuwing Beemster opgericht.